Kinderen in Nederland van Nederlandse en Turkse oorsprong worden steeds vaker onderverdeeld in de klasse morbide obesitas. Dit blijkt uit onderzoeksresultaten van TNO in samenwerking met het VUmc en LUMC.
Het aantal gevallen van morbide obesitas onder Turkse en Nederlandse kinderen in Nederland is sterk toegenomen blijkt uit cijfers van TNO.
Uit het onderzoek komt naar voren dat Turkse en Nederlandse kinderen sinds 1980 alleen maar zwaarder zijn geworden. Percentages van morbide obesitas, waarbij een Body Mass Index > 35 tot en met > 40 wordt aangehouden, stegen onder Nederlandse jongens van 1,52 procent in 1980 naar 4,72 procent in 2009. Onder de Nederlandse meisjes stegen deze percentages van 1,13 procent in 1980 naar 3,61 procent in 2009.
Ook bij de Turkse kinderen stegen de percentages morbide obesitas tussen 1997 en 2009. Het percentage obesitas onder meisjes steeg van 4,31 procent naar 5,48 procent. Onder de jongens bleek de stijging in het percentage morbide obees nog explosiever, van 4,37 procent in 1997 naar 7,76 procent in 2009.
In de Marokkaanse onderzoeksgroep bleef het overgewicht sinds 1997 stabiel en in sommige gevallen is dit zelfs afgenomen. Wel werd er een stijging waargenomen in het aantal Marokkaanse meisjes in de leeftijd 12 tot 18 jaar met obesitas. In 1997 was dit percentage 0,29 procent tegenover 1,65 procent in 2009.
Etnische groepen
Binnen het onderzoek van TNO zijn gegevens over het gewicht en de lengte van kinderen in de leeftijd van 2 tot 18 jaar, over drie tijdsperiodes – 1980,1997 en 2009 – vergeleken. Hierbij werden drie groepen onderscheiden: Turkse kinderen, Marokkaanse kinderen en Nederlandse kinderen. Turkse en Marokkaanse kinderen zijn binnen het onderzoek meegenomen omdat deze twee etnische groepen het meest voorkomen in de Nederlandse samenleving. In totaal werden gegevens verzameld van 54.814 kinderen.
Opleidingsniveau van invloed
Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat de kans op obesitas groter was wanneer de ouders laag opgeleid waren. In 2009 bleek uit cijfers dat 18 procent van de Nederlandse ouders laag opgeleid is. De kans op morbide obesitas bleek onder deze laag opgeleide huishoudens 1,06 procent tegenover 0,51 en 0,16 procent onder gemiddeld- en hoog opgeleide ouders. Onder Turkse ouders bleek 58 procent laag opgeleid te zijn. Onder deze groep was de kans op obesitas 2,11 procent, terwijl de kansen op obesitas 1,09 en 1,10 bleek onder gemiddeld- en hoog opgeleide ouders.