Het is zondagmorgen. Het is een van de eerste mooie voorjaarsdagen. De zon schijnt al uitbundig en we ontbijten op het terras achter ons huis. Heerlijk! Ik heb twee grote glazen sinaasappelsap geperst en mijn man heeft vijf eitjes gekookt. Vijf kleine witte eieren. Henneneieren heb ik laatst gelezen: de eerste eieren van jonge kippen. En in dit geval van onze eigen kippen.
In november heb ik, samen met onze kinderen, de kippen aan mijn man gegeven, voor zijn verjaardag. Compleet met een flinke kippenren, die we als verrassing alvast in de tuin hadden gezet. Hij had vooraf niets in de gaten gehad en het kado bleek een succes. Er wordt al geruime tijd, met veel plezier, goed voor de kippen gezorgd. Het duurde enkele maanden voordat de kippen gingen leggen, maar nu is het dan eindelijk zover.
Jaren geleden hadden we ook kippen in de tuin en heel veel eieren. Het waren bruine kippen en die legden elke dag grote bruine eieren. Het waren voldoende eieren, dus konden we er heel veel weggeven en dat is leuk.
Nu hebben we sierkippen, kleine zwart-witte en die leggen kleine witte eieren. We hebben vijf kippen en het leggen begint op gang te komen. Nog niet elke dag een ei; soms 1 ei, soms 2 eieren, soms een windei en soms helemaal niets. Het is elke keer weer een verrassing en ook blijdschap als er een ei wordt gevonden.
Het resultaat stond vandaag op vijf eieren, vandaar het oneven aantal voor z'n tweetjes. We wilden ze zo graag proeven, dus gingen we er eens lekker voor zitten. Wat een feestelijk begin van de dag.
Zo lekker als verse eitjes van eigen kippen smaken, een delicatesse. Daarom delen we het vijfde ei. Mijn man zegt dat hij geen verschil proeft met andere eieren, maar ik vind dat je het beslist wel kunt proeven.
Ik hoop dat de kippen veel eieren gaan leggen, dan kunnen anderen ervan meegenieten.