Voeding is belangrijk voor iedereen, maar sportbeoefenaars hebben vaak wat extra energie nodig. Die energie zit in koolhydraten, vetten en eiwitten. Daarnaast is het natuurlijk ook belangrijk om voldoende vitaminen, mineralen en vezels binnen te krijgen. En om voldoende te drinken. Koolhydraten zitten bijvoorbeeld in aardappelen, volkorenbrood en pasta. Eiwit-rijk voedsel is bijvoorbeeld kippenvlees.
Het is niet aan te raden om vlak voor het sporten een zware maaltijd naar binnen te werken. Je lichaam is dan veel te druk met het verwerken van het eten en daar lijdt de sportprestatie onder. Bovendien ervaren de meeste mensen sporten met een volle maag niet als prettig.
Een uitgebreide maaltijd kun je het best vier tot zes uur voor een wedstrijd of zware training nemen. Een lichtere maaltijd kan twee a drie uur voor het sporten. Een kleine (maar voedzame en gezonde) snack kun je tot een half uur voor het sporten eten.
Bij lange, intensieve inspanningen is het van belang om ook tijdens het sporten te eten. Er zijn speciale energierepen voor of je kunt een drankje nemen met veel suikers erin. Ook een banaan of volkorenbrood geven energie.
Als je erg veel en fanatiek sport kun je het best een voedingsdeskundige om advies vragen over goede en gezonde voeding.