Koolhydraten zijn de belangrijkste energiebron voor het lichaam. Het lichaam kan koolhydraten het gemakkelijkste opslaan en gebruiken voor energie. Daarom is het belangrijk dat je hier voldoende van binnenkrijgt. Normaal gesproken hoort een gezond eetpatroon voor 40-70% uit koolhydraten te bestaan. Probeer liever niet veel meer dan die 70% te eten want dan krijg je tekort eiwitten en vetten binnen.
Koolhydraten zijn vooral onmisbaar voor de hersenen en rode bloedcellen. Deze kunnen alleen leven op glucose, een koolhydraat. Daarnaast zijn koolhydraten ook belangrijk voor de spieren, niermerg en melkklieren.
Naast de belangrijke functies voor het lichaam geven koolhydraten ook veel smaak aan voedsel.
Eén gram koolhydraten levert 4 kilocalorieën. Daarmee zijn koolhydraten samen met eiwitten de slankere voedingsstoffen. Ter vergelijking: vet bevat per gram 9 kcal en alcohol bevat per gram 7 kcal.
De beste bronnen van koolhydraten zijn volkoren producten zoals volkorenbrood, volkoren pasta en volkoren crackers, zilvervliesrijst, peulvruchten en aardappelen. Ook in groente, fruit en melk zitten veel koolhydraten.
Producten met veel koolhydraten bevatten ook veel vezels, deze zijn belangrijk voor een vol gevoel en voor een goede stoelgang. Daarnaast zijn koolhydraten rijk aan een aantal belangrijke vitamines en mineralen zoals vitamine B, ijzer magnesium, chroom en zink.
Suiker is ook een koolhydraat, dit vind je vooral in frisdranken, koek, snoep, gebak, ijs, chips, kant en klare sauzen en alcoholische drankjes. Deze suikers zijn echter niet zo nuttig voor je lichaam maar leveren wel veel energie. Laat deze dus liever links liggen want je wordt er alleen maar dik van.
Binnen de koolhydraten heb je verschillende soorten, de snelle en langzame koolhydraten. Meer hier over lees je in het hoofdstuk ‘Lesje suikers’.