Onderzoekers van de Penn State University hebben binnen een onderzoek bevonden dat het inschatten van portiegrootte een moeilijke taak is voor de consument.
Binnen het onderzoek bepaalden de testpersonen zelf de hoeveelheid van de grove of fijne ontbijtgranen die zij aten.
De onderzoekers hebben inschattingen van portiegrootte binnen een onderzoeksgroep met behulp van ontbijtgranen getest. Sommige ontbijtgranen werden in grote vlokken aangeleverd, terwijl sommige in geplette kleine stukjes werden voorgezet aan de testgroep. Daaruit kwam naar voren dat wanneer mensen een inschatting moeten maken van portiegrootte bij kleinere stukjes, ze minder in de schaal deden, maar alsnog meer in gewicht consumeerden, zonder hiervan op de hoogte te zijn.
Calorieën tellen
41 testpersonen werden vier weken gevraagd 1 keer per week ontbijtgranen als ontbijt te nemen. De ontbijtgranen waren of geplet of normaal van vorm en werden geleverd in dezelfde dozen. Na ondervraging over de hoeveelheid calorieën die ze dachten geconsumeerd te hebben, dachten ze bij consumptie van de fijnere ontbijtgranen niet meer te hebben genomen dan anders, terwijl in werkelijkheid een groter volume en meer calorieën werden gegeten.
Naar aanleiding van de uitkomsten wil hoofdonderzoeker Barbara Rolls, professor voedingswetenschappen, meer aandacht vragen voor de voedingsrichtlijnen die nog steeds portiegrootte aanduiden in termen als een kopje, maar hierdoor geen rekening houden met de verschillende volumes van producten.