Voor veel afslankers zal dit zeer herkenbaar zijn, je hebt een flinke portie warm eten gehad maar je hebt nog steeds honger. Dus schep je nog maar een keer op. Of je opent een pak koekjes of een zak chips en voor je er erg in hebt is de hele zak leeg. Hoe kan het toch dat dit je telkens weer overkomt?
Te snel eten
Er zijn eigenlijk twee redenen voor, ten eerste eet de gemiddelde persoon veel te snel. Je hersenen zijn verantwoordelijk voor het seintje van verzadiging, dit loopt achter op ons snelle eettempo. Pas na 20 minuten kunnen je hersenen dit signaal doorgeven en als je binnen tien minuten je bord leeg hebt voel je de verzading ook nog niet. In plaats van nog een bord op te scheppen kun je beter tien minuten wachten en daarna bepalen of je echt nog honger hebt of toch genoeg hebt gehad.
Langzamer eten is lastig maar je kunt het wel leren. Probeer kleine hapjes te nemen en kauw goed. Leg af en toe even je bestek neer en neem een korte pauze voor je weer verder gaat. Het helpt ook om tussendoor slokjes water te drinken. Je kunt ook voor de hoofdmaaltijd een kop heldere bouillon nemen, dan heb je al iets gegeten en als je met de hoofdmaaltijd begint zijn er al zeker 10 minuten om.
Snelle suikers
De tweede oorzaak waarom we gemakkelijk teveel eten is de productkeuze. We kiezen veelvuldig voor snelle koolhydraten in witte pasta, brood, witte rijst en allerlei zoete snacks. De suikers in dit soort producten geven je lichaam snel energie maar deze energie verdwijnt ook weer snel waardoor je weer trek krijgt in iets zoets. Daarnaast verzadigen deze producten niet zo goed waardoor je er gemakkelijk teveel van eet. Dit is een vicieuze cirkel waar je niet zomaar meer uitkomt. De enige manier om van dit eetgedrag af te komen is alle snelle koolhydraten te vervangen door langzame koolhydraten en meer eiwitten toe te voegen voor een betere verzadiging. Langzame koolhydraten zitten onder andere in volkoren producten, zilvervliesrijst en groente. Maak dus eens wat vaker een groene smoothie en zorg voor een flink bord verse groenten bij de warme maaltijd. Zorg dat je altijd een bron van eiwit bij iedere maaltijd neemt zoals een portie magere zuivel of een stukje mager vlees of vis.
Vermijd zoveel mogelijk producten met suiker, denk dan ook aan producten zoals kant en klare soepen, sauzen en chips waarin vaak verborgen suikers zitten. Eet vooral gezond. Daar heb je eerder genoeg van en het is minder dikmakend omdat het de stofwisseling beter stimuleert.