Fosfor, ook wel fosfaat genoemd, is samen met calcium
belangrijk voor stevige botten en tanden. Ook speelt het een rol bij de energiestofwisseling van het lichaam.
Fosfor komt van nature voor in melk(producten), kaas, vlees, vis, peulvruchten en volkorenproducten. Een volwassen persoon heeft per dag ongeveer 700-1400 mg fosfor nodig. Tekorten komen echter bijna nooit voor.
Bij ernstig en langdurig tekort kan er spierpijn, pijn in de botten, gebrek een eetlust of nierstenen ontstaan.
Teveel fosfor komt ook vrijwel nooit voor, alleen wanneer de nieren niet goed werken en er dus niet voldoende fosfor wordt uitgeplast. Teveel fosfor kan leiden tot botontkalking.