Kinderen met erfelijke aanleg voor obesitas hebben een normaal geboortegewicht, maar komen sneller aan dan andere kinderen. Later, op negenjarige leeftijd, zijn de kinderen met genetische aanleg zwaarder en langer en dragen ze meer vet op hun lichaam. Onderzoekers uit Bristol en Cambridge keken naar 7146 kinderen geboren tussen april 1991 en december 1992. Aan de hand van acht genetische varianten die verband houden met de BMI bij kinderen, tellen de onderzoekers twee tot vijftien obesitasallelen bij de kinderen en vergelijken dit aantal met onder meer hun lengte en gewicht.
Bij de geboorte zijn kinderen met meer obesitasallelen niet zwaarder, maar daarna neemt hun gewicht sneller toe dan bij kinderen met weinig aanleg. Gevolg is dat deze kinderen significant minder kans hebben om tot de 5 procent minst snel groeiende baby’s te horen. Na zes weken zijn ze langer en zwaarder dan leeftijdgenoten met minder van deze obesitasallelen. Deze trend manifesteert zich opnieuw wanneer de kinderen de drieënhalf jaar passeren.