Calcium is een zeer belangrijk mineraal voor onder andere je botten en tanden.
Het zorgt er voor dat je mooi rechtop kunt staan. Als kind moet je zorgen dat je voldoende calcium binnenkrijgt zodat dat er voldoende botmassa wordt aangemaakt waar je als volwassene op kunt teren. Vanaf ongeveer het 30e levensjaar wordt er veel minder bot aangemaakt en treedt er steeds meer botverlies op.
Als je lichaam te weinig calcium binnenkrijgt wordt er te weinig botmassa aangemaakt waardoor er op latere leeftijd botontkalking, ook wel osteoporose, kan ontstaan. De botten slijten dan langzaam af waardoor ze makkelijker breken en waardoor je krom kunt gaan staan.
Calcium is ook belangrijk voor de werking van zenuwen, spieren, bloedstolling, voor het transport van stoffen (natrium, magnesium, kalium) in de lichaamscellen en voor de afgifte van hormonen. Door calcium kun je onder andere bewegen omdat het je spieren aanstuurt en daarnaast kan het helpen bij het handhaven van de bloeddruk.
Calcium komt van nature voor in melk en melkproducten maar ook in groenten, kaas, noten en peulvruchten. Belangrijk om te beseffen is dat cafeïne, alcohol en zout de uitscheiding van calcium via de urine vergroten. Drink dus liever niet direct na het avondeten een kop koffie of een glas wijn en wees matig met zout. Ook spinazie, vezels en rabarber vergroten het verlies van calcium. Dit is echter geen probleem als je maar voldoende varieert en ervoor zorgt dat je voldoende producten met calcium neemt.
Vitamine D stimuleert de opname van calcium in de darmen juist en zorgt ervoor dat het wordt opgeslagen in de botten. Veel producten met calcium bevatten ook vitamine D en aan veel producten, zoals halvarine en margarine, wordt vitamine D toegevoegd.
Vitamine D is daarnaast ook nodig voor een goede opname en werking van calcium. Zonder elkaar werken ze veel minder goed.
Tekort calcium kan leiden tot spierkrampen, witte plekjes op de nagels en afbrokkelende nagels.